Gebouw of woning slopen
Algemeen
Als u gaat slopen, heeft u een omgevingsvergunning nodig. U vraagt een vergunning aan via het Omgevingsloket.
Let op
Heeft u in 2023 een melding gedaan of een vergunning aangevraagd? Dan gelden voor u mogelijk andere regels.
Beschrijving
Als u een gebouw of woning gaat slopen, heeft u een omgevingsvergunning nodig. Zo wil de gemeente ongewenste sloop tegengaan.
Meestal moet u ook een sloopmelding doen. Dit is bedoeld om de veiligheid en gezondheid van mensen te beschermen.
Gaat het om een monument? Dan gelden er extra voorwaarden.
Als de sloop slecht is voor beschermde planten- en diersoorten, dan moet u een ontheffing bij de provincie aanvragen.
Procedure
Neem contact op met de gemeente om uw plannen te bespreken. Doe dit ruim voordat u de vergunning aanvraagt. Zo heeft uw aanvraag meer kans van slagen.
Zo vraagt u een omgevingsvergunning aan en doet u sloopmelding:
- Ga naar het Omgevingsloket.
- Doe de vergunningcheck. U kunt de vergunning daarna meteen aanvragen en eventueel een sloopmelding doen.
- Log in:
- voor uzelf: met DigiD
- voor een bedrijf: met eHerkenning
Heeft u naast het slopen ook plannen om te bouwen of verbouwen? En heeft u voor die plannen een omgevingsvergunning nodig? U kunt de vergunning voor bouwen tegelijk aanvragen met de vergunning voor slopen.
Voorwaarden
U doet een sloopmelding als:
- u meer dan 10 m3 sloopafval heeft
- u asbest gaat verwijderen
Termijn
De gemeente beslist binnen 6 maanden over uw vergunningaanvraag. Deze termijn kan de gemeente eenmaal verlengen met 6 weken.
Doe een sloopmelding minimaal 4 weken voor de start van het slopen. Soms kunt u de melding 5 werkdagen van tevoren doen. Dit kan als het gebouw anders onnodig leeg komt te staan. Of als het gaat om reparatie of onderhoud aan een deel van een gebouw waar asbest in zit.
Kosten
Als u een omgevingsvergunning aanvraagt, dan betaalt u meestal niet alleen de kosten voor de omgevingsvergunning. Vaak brengt de gemeente ook plankosten in rekening. Dit zijn kosten voor voorbereiding van en toezicht op de aanleg van voorzieningen. Bijvoorbeeld groenvoorzieningen, nieuwe wegen of het dempen van sloten. Er is een landelijk rekenmodel waarmee de gemeente de plankosten bepaalt.