Het dorp Ammerstol is fraai gelegen aan de Lek. Ammerstol betekent 'de tol aan de Ammer'. De Lek was een belangrijke rivier voor de scheepvaart. Voor de graven van Holland een logische plek dus om een tol te vestigen. De tol wordt voor het eerst vermeld in 1221. In 1320 wordt gesproken over de poorters van Ammers. Schepenen (wethouders), burgemeester en raad worden voor het eerst genoemd in 1325.

Vervolgens krijgt Ammerstol in 1327 recht op een weekmarkt en recht van tolvrijheid. Ook wordt in die tijd een kapel gebouwd. Desondanks kwam er geen stad tot ontwikkeling. Of de inwoners het een te kostbare zaak vonden of dat het werd overvleugeld door Schoonhoven valt niet precies uit te maken. Ammerstol bleef een dorp. Albrecht van Beieren verplaatste in 1401 zowel de tol als de visafslag naar Schoonhoven. In 1795 kwam de visafslag terug.

Zalmvisserij

Door de eeuwen heen was de bevolking aangewezen op de zalmvisserij. Er waren scheepswerven en de manden- en hoepelmakerijen floreerden. Maar de zalm verdween uit de Lek en Ammerstollenaars vonden elders werk, velen als grondwerker. Overdag aan de slag met de schop en spade, maar ’s avonds kwam men bij elkaar in een keet om te praten. Hebben ze daar de techniek van het vergaderen en de kunst van het debat geleerd? Het dorp Ammerstol werd in 1812 samen met Berkenwoude bij de gemeente Bergambacht gevoegd, maar aan deze verbintenis kwam al in 1818 een einde. In 1985 volgde opnieuw een samenvoeging met Bergambacht en Berkenwoude.

Bruist

Nog steeds is Ammerstol een dorp dat bruist van de activiteiten. Het dorp, vroeger bijgenaamd 'het rode dorp' en ‘Moskou aan de Lek’, staat bekend om haar gemeenschapszin. Het rijke sport- en verenigingsleven, een eigen dorpshuis, een basisschool, peuterclub, kerk, kunst- en muziekverenigingen, een bibliotheek en een eigen feestcomité maken het dorp tot een levendige gemeenschap.